Deze blog heb ik gelezen welke is geschreven door Bart Swanenvleugel op 30.8.2013:
Beschuldigingen
Vandaag berichten de media met zijn allen over de zaak Offermanns, de voormalige burgemeester van Meerssen, die gedagvaard is wegens vermeende ambtelijke corruptie. Ik zal niet op de stoel van de rechter gaan zitten, maar ik heb grote bedenkingen bij deze zaak. Net als ik die heb bij diverse andere zaken waar mensen – de laatste tijd veel (VVD) bestuurders – worden beschuldigd van corruptie. Of wacht, niet alleen bij corruptiezaken, maar bij een heleboel andere zaken waar mensen verdacht zijn (mishandeling, pedofilie, …). Nogmaals, ik wil niet op de stoel van de rechter gaan zitten want ik heb helemaal geen inhoudelijk oordeel over de rechtszaken waar ik op doel. Ik ken de feiten meestal niet.
Leven in een rechtsstaat
We leven in Nederland in een rechtsstaat, althans daar gaan we met zijn allen prat op. Zelf vind ik dat belangrijker dan, noem eens wat, dat we in een democratie wonen (hoewel een niet-democratische rechtsstaat volgens mij niet snel te vinden is). Het betekent dat iedereen (ja, ie-de-reen) recht heeft om op dezelfde manier behandeld te worden voor de wet en de zekerheid heeft dat het recht zorgvuldig en zeker wordt toegepast. De burger wordt er beschermd tegen de macht van de staat en tegen het volksgericht. De rechtsstaat is een geluk voor mensen als Offermanns: er is dadelijk namelijk een onafhankelijke rechter.
Waar heb ik dan bedenkingen over?
Onze samenleving is enorm dynamisch. De parlementaire democratie die ooit werd bedacht in de negentiende eeuw, moet in de huidige maatschappij aan hele andere eisen voldoen dan waar ze voor uitgevonden werd. De wereld is complexer geworden door globalisering; mensen zijn mondiger geworden en verwachten meer en andere dingen van de overheid; de media zijn veranderd en spelen een andere rol. Dit heeft ook gevolgen voor het functioneren van de rechtsstaat. Door deze en andere veranderingen zie je twee tendensen waarvan ik vind dat die het fundament van de rechtsstaat aantasten, in de zin dat ze afbreuk doen aan de rechtszekerheid van het individu. Dat zijn de volgende:
- 1.media geilen op de sensatie van de schandpaal. Op basis van geruchten en mogelijke aanklachten worden (potentiële) verdachten voor het volksgericht van krantenlezers, reaguurders en Pauw-en-Witteman- of KvdB-kijkers gebracht. Het uiten van een verdenking is al genoeg voor kranten en tv om elke nuance te laten varen: verdacht = schuldig. Illustratief was de kop enkele weken geleden, op de site van ik meen de regionale tv-zender (maar het kan ook de krant zijn geweest): “corrupte Offermanns …” De kop werd enkele uren na publicatie gewijzigd, maar het verdict stond: verdacht = schuldig. En als de traditionele media dan iemand te pakken hebben, is het tijd om hem of haar via de sociale media digitaal te lynchen. Een vermeende pedofiel is door het volksgericht van de publieke opinie al gecastreerd en verbannen, nog voordat een strafzaak tegen hem is begonnen.
- 2.het openbaar ministerie (OM) is bevangen door een soort nieuwe stoerheid. Mogelijk in navolging van de stoere crime fighters die de laatste jaren op het pluche van het Ministerie van Justitie kleven (Verdonk, Teeven). Strafrechtelijk onderzoek wordt volgens mij steeds vaker gepresenteerd als geruchtmakend. De schandpaal wordt opgericht voordat de aanklacht rond is. Een gevolg is dat de officier van justitie dan niet meer terug kan, alles staat al in stelling, dus die aanklacht moet er komen. Het lijkt een beetje op hoe de procureur Cramer te werk gaat in Bonfire of the Vanities van Tom Wolfe: de succesvolle hoofdpersoon uit het boek is bij voorbaat veroordeeld. En daar moet in het boek recht maar voor wijken. De nieuwe stoerheid van het OM uit zich bijvoorbeeld in namen van verdachten die meteen op straat (lees media) liggen en zware opsporingsmethoden die veelvuldig worden ingezet (tappen).
Deze twee tendensen ontmoeten en versterken elkaar. In een onontkoombare omhelzing buitelen OM en de media over elkaar heen om de aandacht van het publiek te vangen. Het publiek denkt dan: waar rook is is vuur of weet ik wat. En het gebeurt telkens opnieuw: de verdachte die vandaag maatschappelijk kapotgemaakt wordt, is morgen vergeten door media en publiek. Terwijl hij of zij zelf nog op de aanklacht wacht of inmiddels niet of wel veroordeeld is, maar in elk geval de scherven van zijn/haar leven weer aaneen probeert te lijmen. Intussen trekt het volksgericht verder want morgen wacht weer een nieuwe zaak die gehypet wordt.
Stel je voor dat je zelf in de beklaagdenbank zit
Stel je dat eens voor: vandaag ga je lekker naar je werk, morgen wordt ergens van beschuldigd, al of niet terecht. Je naam komt in de krant, op tv en op Twitter en Facebook wordt een galg voor je opgericht. Wat verwacht je dan van een officier van Justitie? Ik zou verwachten dat die dienstbaar is aan de rechtsstaat en niet aan de publiciteit. Dat die er voor zorgt dat een verdachte wordt voorgeleid en indien hij of zij schuldig blijkt, de straf krijgt die hem of haar toekomt. Niet meer, niet minder. Daar is geen volksgericht voor nodig, we hebben een onafhankelijke rechter. En dat als de verdachtmaking onterecht was, dat ook erkend wordt, zodat de voormalige verdachte zijn leven weer gewoon kan oppakken. Waar rook was, was lang niet altijd vuur.
En dat mis ik de laatste tijd vaak, die dienstbaarheid aan de rechtsstaat en enige terughoudendheid van de media. Ook in de zaak van Offermanns. Alles lag meteen op straat – mede dankzij het OM – , een concrete beschuldiging bleef maandenlang uit terwijl hij wel verdachte bleef (en in de koppen al schuldig werd bevonden) en de zaak die volgende week voor de rechter komt lijkt mij vrij dun. En, in elk geval in geen verhouding staan met de puinhoop die het heeft aangericht in het leven van de verdachte. Maar daar moet de onafhankelijke rechter maar over oordelen.
Speak Your Mind