interview DDL 30-01-2019

30-1-2019 De Limburger/DOOR RON BUITENHUIS

Elke vrijdag een andere kroeg 

„Ik heb altijd mijn accordeon in de auto liggen, ook als ik op zakenreis ben.” 

Zijn trefwoorden zijn: zakenreizen, carnaval, trouwfeesten, accordeon, hartinfarct, LVR politiek, bier, flirten en trouwe hond. ‘MoelejanHay Hutjens (66) spelt zijn naam soms met een K’. 

Een joviale oester. Dat vind ik eigenlijk wel een goede typering van mezelf. Ik ben extravert en een optimistische levensgenieter, niettemin vind ik het moeilijk om mezelf écht bloot te geven. Dat maakt je namelijk kwetsbaar en ik wil juist in alles onafhankelijk zijn. Ondertussen ben ik knettergek op mensen, uit alle klassen en van elk allooi. Ik heb niet voor niets sociologie gestudeerd. Ik was 18 jaar en in Nijmegen leerde je bier drinken, twintig glazen was toen heel normaal. De hang naar het kroegleven is nooit meer weggegaan. Ik bezoek al meer dan veertig jaar elke vrijdag een ander café in Roermond en omstreken. Ik vind het gewoon heerlijk om met mensen te kletsen, maar wil niet elke week dezelfde gezichten tegenkomen. 

Moelejan 

Bij een glas bier ben ik al gauw een charmante moelejan, maar ik hou er ook van om mensen op het verkeerde been te zetten met een kwinkslag of een ongelikte opmerking. Door mensen uit de tent te lokken voorkom je obligate praatjes over het weer en voetballen. Dat allemansvriend zijn heb ik niet van m’n ouders, die waren juist eenkennig en supergevoelig voor ‘status’. We woonden destijds in Venlo en mijn vader was ‘maar’ vertegenwoordiger bij de Unox, maar ze hielden de schijn hoog. Ik dacht toen al: zo wil ik niet leven. Er was ook weinig overleg en warmte thuis, laat staan waardering. M’n vader had dictatoriale trekjes en ik – eigenwijze betweter – ging overal dwars tegenin. Misschien heb ik daardoor altijd die enorme be- wijs- en prestatiedrang gevoeld. Ook nu, na 66 jaar, wil ik nog altijd aardig gevonden worden. Zeker in m’n werk, maar ook naar m’n gezin toe. 

Ik ben een trouwe hond, ook al vertellen roddels misschien andere verhalen. Ik bel wel vier keer per dag naar Jes. Bellen hè, niet appen. 

Ik leerde m’n vrouw Jes kennen op m’n zestiende, zij was vijftien. Een lot uit de loterij. Zij gunt me al vijftig jaar de vrijheid die ik zo hard nodig heb. Ze heeft me nog nooit in de kroeg gebeld met ‘waar blijf je nou?’. Zij vindt het prima als ik met een vriend naar Cuba of Bali reis. Dat heeft alles met vertrouwen te maken. Ik mag dan een flierefluiter zijn – en ja, ik vind het heerlijk om te flirten – maar ik weet m’n grenzen. Voor m’n werk heb ik de halve wereld afgereisd. Hotels, beurzen, etentjes, barretjes, je kent het wel. Maar ik bel wel vier keer per dag naar Jes. Bellen hè, niet appen. Ik ben een trouwe hond, ook al vertellen roddels misschien andere verhalen. Oké, met mijn achter- naam Hutjens steek ik soms de draak. Als ze me in een winkel of hotel m’n naam vragen, dan spel ik hardop: Karel, Utrecht, Theodoor, Johan, Emile, Nico, Simon. Kom op zeg, een beetje sjaele laege moet kunnen. 

1100 huwelijken 

Ik wilde Jes en de drie kinderen alles geven wat ik zelf heb moeten missen: liefde, overleg, financiële zekerheid en geborgenheid. Ik heb m’n hele leven zestig uur per week gewerkt, veelal in de sales en marketing. Ik ben een echte verkoper: niet glad, wel goed. Vroeger kluste ik in het weekend bij als vrachtwagenchauffeur, ook internationaal, nu rijd ik als vrijwilliger oudere mensen rond met de boodschappenplusbus. Als buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand heb ik inmiddels het recordaantal van 1100 paren getrouwd en ik vormde jarenlang het muzikale duo Hay & Resi. Voor de poen, maar nog meer voor het eindeloze plezier met die gekke meid. Muziek is iets magisch, het opent zoveel deuren. Ik heb altijd mijn accordeon in de auto liggen, ook als ik op zakenreis ben. En met carnaval trek ik met de trekzak door Limburg. Ik ken honderden meezingers uit m’n hoofd en heb altijd tientallen zure haringen bij me. De stank garandeert dat ik genoeg ruimte heb om te spelen. Carnaval is het samen genieten en weer verder trekken. Net als het leven zelf. Op m’n werk ben ik allergisch voor regeltjes en voorschriften. Ik wil geen secretaresse die alvast een hotel boekt, ik reis liever op de bonnefooi. Ze pikken het van me, omdat ik ook voldoende opdrachten binnenhaal. Ik heb wel zes of zeven banen gehad, nu werk ik voor Prowise uit Budel. We zijn op weg wereldleider te worden op het gebied van touchscreens voor het onderwijs. Voor ‘de zaak’ heb ik alles over, tot aan een hartinfarct toe. In mei 2016 ging het mis: ziekenhuis, operatie, revalidatie. Moest ik opeens luisteren naar artsen. Ik was de controle over mijn lijf en leven kwijt. Ik had veel te veel stress: werken, muziek maken in talloze bandjes, musicals organiseren, vrijwilligerswerk met gehandicapten en acht jaar raadslid zijn voor de LVR in Roermond. Die laatste functie heeft me veel inzicht gebracht, maar ook de nodige vriendschappen gekost. Ik werd binnengehaald omdat ik ‘half Roermond’ ken, en stemmen trekken telt bij de LVR nu eenmaal zwaarder dan capabel zijn. Ik had en heb nog steeds respect voor alles dat Jos van Rey en Dré Peters hebben gedaan voor Roermond. Maar ik zat ook vaak met kromme tenen als ze weer eens ‘met gestrekt been’ overal tegenin gingen. Zo zit ik niet in elkaar. Ik vind opkomen voor onrechtvaardigheid belangrijker dan prestige of machtsspelletjes. Door m’n hartinfarct ben ik veel dingen gaan relativeren. Ik maak me minder druk om futiliteiten. Tijd wordt kostbaarder als je 66 jaar bent. 

Belofte 

Maar tegelijkertijd vind ik het een vreselijk idee dat ik zo’n gezapige opa dreig te worden. Ik heb altijd on the edge geleefd. Ik zocht in alles de uitdagingen. Ik besef maar al te goed dat m’n werk een verslaving is. We droomden bij Prowise een bedrijf met 25 werknemers te worden, nu zijn het er 250. Ik heb ze beloofd dat ik na m’n pensioen nog twee dagen kom werken. Die belofte ga ik breken, weet ik nu al. Twee dagen is gewoon te weinig. Hay kan het niet laten. 

 

Speak Your Mind

*