op door Folkert Jensma
Strafzaken worden doorgaans verslagen als tenniswedstrijden – met zwart-wit uitslagen over winnaars en verliezers. Het Openbaar Ministerie leed onlangs bijvoorbeeld een ‘pijnlijke nederlaag’ in de strafzaak tegen oud-senator en lokaal politicus Jos van Rey (71), volgens sommige koppenmakers was die zelfs ‘dodelijk’. De Rechtbank Rotterdam legde half juli van Rey namelijk een vrij milde (taak)straf op.
Maar hoe moet achteraf de rol van het medium worden beoordeeld, die aan de bron stond van het gerechtelijk vooronderzoek? Leed ook die een pijnlijke nederlaag, of misschien wel een dodelijke? Het is een ongemakkelijke vraag die de journalistiek nog even voor zich uit kan schuiven, want er volgt nog hoger beroep – en dus een complete nieuwe behandeling.
Vele tinten grijs
Maar het is wel alvast interessant om te lezen hoe de Rotterdamse rechters de beeldvorming door de media laat meewegen. Het vonnis is hier te vinden – het is een bijzondere uitspraak, ook omdat er daarnaast ook een ‘uitspraakdocument‘ is gepubliceerd, een samenvatting die op de zitting is voorgelezen. Daarin slaat de rechter nog meer een analyserende toon aan; over de héle affaire, niet alleen over de strafrechtelijke aspecten.
Feitelijk wordt daarin ook de journalistiek toegesproken, wat ik eerlijk gezegd een strafrechter nooit in een uitspraak zag doen. Bij de strafmotivering voor Van Rey, helemaal onderin, staat dit zinnetje: “De Heilige Jos, El Rey, de Zonnekoning van het ‘Palermo aan de Maas’. <…> Zijn deze namen voortekenen gebleken of zijn zij stemmingmakerij geweest die is verbleekt? Of ligt de zaak genuanceerder en is er geen sprake van zwart of wit, maar van een palet van vele tinten grijs?”
Het antwoord heeft de rechtbank boven het uitspraakdocument gezet: ‘Vele tinten grijs!’, inclusief uitroepteken, dat rechters nooit gebruiken. Behalve in geval van moeilijk bedwingbare ergernis, neem ik aan.
Zwaarste beschuldigingen onbewezen
Van Rey rommelde dus met stemvolmachten, lekte uit de vertrouwenscommissie en liet zich omkopen met dure reizen. Dat is ernstig genoeg. Maar de zwaarste beschuldigingen bleven onbewezen en alleen de schijn dat de heren er ‘aardig uitsprongen’ dankzij hun contacten is strafrechtelijk niet relevant. Het moet gaan om ‘daadwerkelijke begunstiging’. De projectontwikkelaar moet van het handelen van de wethouder feitelijk veel beter zijn geworden.
Maar dat er ‘miljoenen euro’s in de zak zijn gevloeid’ van de zakenman, zoals het OM heeft beweerd, is niets gebleken. De rechter noemt dat zelfs een ‘te gemakkelijke’ en eigenlijk een ‘bijna blote stelling’. De officier is er niet in geslaagd om te bewijzen dat er geld tegen invloed is geruild ‘zelfs niet na aanmoedigingen van onze kant’.
Dan blijft er dus niet veel over, behalve schijn, grote onhandigheid, dubieus gedrag, ontbreken van bestuurlijke controle en een paar verkeerde zakenreizen. En hoe érg is dat, zo vragen de rechters zich af.
Journalistieke zelfreflectie
Nu ligt uiteraard de verantwoordelijkheid voor de beslissing Van Reys handel en wandel strafrechtelijk helemaal uit te pluizen en te vervolgen bij het Openbaar Ministerie, niet bij ‘de media’. Maar dat wil niet zeggen dat er niet énige reden zou zijn voor de journalistiek om terug te kijken en zich af te vragen of er wel voldoende ‘tinten grijs’ in de beeldvorming zaten.
Het OM is immers niet de enige ‘vervolgende’ instantie in de samenleving. Mij viel op dat er nogal wat journalisten na de lage strafmaat teleurgesteld waren – in ieder geval deze collega was dat. De journalistiek had aandelen in deze zaak, zo leek het. En volgde het gerechtelijk vooronderzoek tegen Van Rey op de voet. Journalistiek is hier dan ook ruimte voor zelfreflectie – en trouwens ook voor een follow-up. Wat denken ‘we’ nu van Van Rey, na dit genuanceerde vonnis?
De vriendschap tussen de politicus en de projectontwikkelaar ziet de rechter namelijk maar op twee onderdelen als belastend (de voetbal- en beursreizen) en voor het overige juist als óntlastend. Veel met elkaar optrekken, reizen, elkaars recreatiewoning delen en daarvan geen sluitende boekhouding bijhouden – voor wie veertig jaar bevriend is mag dat als normaal gedrag gelden. Die nuance was in de journalistieke beeldvorming dus afwezig.
Weging van media-aandacht
Tweede interessante aspect van de uitspraak is de weging van de media-aandacht bij de hoogte van de strafmaat. Bij veel ‘witte boorden criminaliteit’ pleegt de rechter immers de straf te matigen als er veel pers-aandacht was. Vaak tot ergernis van verslaggevers die menen dat het schandpaaleffect ‘nu eenmaal’ iets van deze tijd is – en dat rechters daar hun schouders over moeten leren ophalen.
Ook in dit vonnis speelde media-aandacht een rol, maar op meerdere manieren. De rechter oordeelt namelijk dat de recidivekans bij Van Rey laag is omdat ‘de schijnwerpers’ op hem gericht zullen blijven. Reden voor een lagere straf. Anders gezegd – ook toekomstige media-aandacht werkt strafmatigend. Dat betekent ook dat de rechter daar op rekent – media mogen hun controle van Van Rey dus van de weeromstuit niet gaan staken.
Door de verdenkingen, het onderzoek, de zitting en ‘alle aandacht die er voor de zaak is geweest’ werkt hij niet meer als wethouder, noch als senator, aldus de rechter. De rechtbank erkent dat de verdachte ‘heftige jaren’ doormaakte en ‘kan er niet omheen’ daar bij de strafmaat rekening mee te houden. Dat gaat dus niet van harte – bovendien zocht Van Rey ook media zelf op.
Media-aandacht was niet de enige factor waarmee rekening werd gehouden. Behalve lage recidivekans wogen ook leeftijd, ontbreken van een strafblad mee, net als het feit dat een deel van de geëiste straf (ontzetting uit bestuurlijke ambten) feitelijk al had plaatsgevonden. Dan blijft er onder de streep dus inderdaad niet veel meer over.
Deze blogpost verscheen eerder op de website van de Raad voor de Journalistiek.
Speak Your Mind