door Gerard Kessels DDL 13.2.2018:
Met ons clubje vergrijsde Heeren zaten we vorige week aan de vaste tafel in de vaste kroeg aan de oude brug in Roermond. Heeren met een hoofdletter, drie e’s en vier omleidingen. Allemaal zestigers en zeventigers, allemaal Limburgers, sommige zelfs fanatiek.
Iemand vroeg wie nog ging stappen met ‘die dagen’. Het bleef stil. Ik zei dat ik maandag naar de optocht ging e
n daarna de kroeg in dook. Ik was de enige.
Wie niet meer naar de optocht gaat en daarna niet verdwijnt in de geschminkte en verklede menigte, is morsdood, althans vanuit carnavalsoogpunt. Alles daarvoor en daarna mag je missen, maar dit niet. Dit is het.
Ik ben dan misschien niet dood, veel leven zit er niet meer in. Elk jaar kost het meer moeite het waakvlammetje aan te blazen tot een vuur voor een paar uur.
Een mens wordt ouder, de schwung gaat er uit. Wat ook meespeelt is dat je geen gesprek meer kunt vo
eren. Je wordt suf gedreund door de decibellenmaffia. Overal treden artiesten op. Vooral de duo’s zijn erg. Die maken twee keer zoveel herrie. Vastelaovend als discoparty.
Dit was toch een feest van verbroedering en van een heel bijzonder, nauwelijks te omschrijven samenzijn? Voor dit geluksgevoel kwamen ook de Limburgse expats vanuit het Noorden graag weer Nao ’t Zuuje. Een feest van zingen en springen, van ouwehoeren en flauwekul, maar ook van gesprekken waarin je dichter bij de kern van het leven kwam dan in de rest van het jaar. Helaas, het recht op communicatie is het carnavalsvolk ontnomen door de mensen aan de knoppen.
Filmpje: vastelaovend2018
Speak Your Mind